Vast (materie)
De vaste vorm is datgene in het lichaam wat hard is zoals: gebit, nagels en botten. Deze vorm kan bijna geen energie vasthouden. De energie die hierin aanwezig is heeft een statische vorm. Energie kan in de vaste vorm niet vrij bewegen. De huid heeft een hoorn laag die vrij stevig is. Toch is deze flexibel genoeg om te bewegen. Het zit tussen vast en vloeibaar in. Het laat energie naar buiten toe uitstralen maar houdt ook redelijk wat energie vast.
Vloeibaar (water)
De vloeibare vorm is de beste geleider voor energie. Dit is het zielenleven. Het lichaam bestaat voor ca. 70% uit water. De energie zit in het water wat weer bijeen wordt gehouden door het lichaam. De energie is hierin al meer vrij dan in de vaste vorm. De kracht van de vloeibare vorm is het sterkst zichtbaar in de ogen omdat die als enige in water "blootliggen". De rest van het lichaam is omhuld met huidweefsel wat de uitstraling vasthoudt en afremt.
De Bron
De met energie geladen elementen keren altijd terug naar de bron. Hierbij zal hun energie altijd in de ether blijven bestaan
Water: circuleert (ziel)
Aarde: verteerd (lichaam)
Vuur: brandt op (wilskracht)
Lucht: lost op (geest)
Basis
De eerste benodigdheden om (aards) leven te creëren zijn:
Energie
Water – als geleider van energie en nodig voor oplossing, dit zorgt voor flexilbiliteit en diversiteit.
Zout – functioneert als een soort accu en houdt energie vast.
Kwik – zorgt voor verbinding en geleiding van energie, geeft licht. (hersenen)
Zwavel – zorgt voor vorming en verbinding van eiwitten (maken van cellen).
De functie van cellen verandert als de structuur ervan veranderd wordt.
Straling – kan energie beïnvloeden en modificeren.